De dagelijkse gang van de temperatuur

Het is geen nieuws dat het temperatuursverloop op een locatie sterk beïnvloed wordt door de omgeving. Met de heldere lentedagen waar we de laatste tijd mee verwend worden, komt dit bijzonder duidelijk tot uiting. Kijken we dezer dagen naar de zogenaamde dagelijkse gang van de temperatuur, wat het verschil is van de maximum temperatuur (T_max) en minimum temperatuur (T_min), dan merk je bijzonder grote verschillen.

Bij VLINDER zijn de weersmetingen online in realtime te raadplegen en dat resulteert regelmatig in berichten van leerkrachten, buurtbewoners van een VLINDER station,... die iets interessants opgemerkt hebben in de observaties. Zo ook vandaag, toen we door een enthousiaste Limburgse leerkracht gewezen werden op de bijzonder grote verschillen tussen T_max en T_min geregistreerd door weerstation VLINDER 17 Oudsbergen. Op 27 mei bedroeg de dagelijkse temperatuursamplitude maar liefst 19 °C met een T_min van 6.2 °C en een T_max van 25.2 °C. Het kwik stijgt en daalt er dezer dagen pijlsnel. De T_min van 6.2°C werd er op 27/05 bereikt om 6u20. Om 8u00 was het er al 11 °C en om 10u15 bereikte de temperatuur reeds 20 °C. Je moet er snel zijn om je jas uit te trekken of aan te doen...

Op heel wat VLINDER meetpunten registreren we dezer dagen grote temperatuursamplitudes. Dat is eerst en vooral te wijten aan het heldere weer dat zorgt voor een maximale in- en uitstraling aan het oppervlak. Daarnaast helpt de uitgedroogde bodem nog een handje. Als de bodem vochtig is, zal een gedeelte van de invallende zonne-energie gebruikt worden voor de verdamping van dit bodemvocht. Dit is dan energie die niet meer kan gebruikt worden om de bodem op te warmen. De droge voorgeschiedenis maakt dat er weinig bodemvocht is om te verdampen en dus kan de temperatuur van het oppervlak (en bijgevolg de luchttemperatuur) snel opwarmen.


Dagelijkse gang 25/05/20-28/05/20 Temperatuursverloop voor periode 25/05/20 tot 28/05/20 voor VLINDER 17 Oudsbergen, VLINDER 20 Brussel en VLINDER 25 Evergem.

Tenslotte speelt de ondergrond en omgeving een belangrijke rol. Een zandondergrond kan zeer snel opwarmen en afkoelen en resulteert dus in een zeer grote dagelijkse gang. Het is dus geen verrassing dat we de grootste dagelijkse gang op de Oudsberg meten. Water vormt dan weer het andere uiterste en moet zeer veel energie opnemen of afgeven om de temperatuur te laten stijgen of dalen. Meetstations nabij grote watervolumes ondervinden de bufferende werking van water met zowel hoge minima als lage maxima. VLINDER 25 Evergem gelegen in het drinkwaterbassin van Kluizen is daar een duidelijk voorbeeld van. Op 27/05 hadden we daar een T_min van 12.3 °C en een T_max van 19.3 °C wat dus betekent dat de dagelijkse gang er beperkt bleef tot amper 7 °C. Een gelijkaardig effect vinden we terug bij de overige VLINDER weerstations nabij grote watervolumes. Tenslotte hebben ook de stedelijke meetpunten een beperkte dagelijkse gang. De verharding, 3D geometrie door de gebouwen,... zorgen tijdens de nacht voor het stedelijk hitte-eiland fenomeen wat resulteert in hoge minima. Door deze hoge minima is ook daar de dagelijkse gang beperkt. Het duidelijkste voorbeeld hiervan was VLINDER 20 Brussel met een minimum van 14.6 °C en maximum van 22.5 °C op 27/05.

Met dank aan Jo Palmers.
Overzicht locaties Leerlingen van het Sint-Augustinusinstituut (Bree) zijn net klaar met het installeren van VLINDER weerstation 17 in Oudsbergen.